Is de slijtage-indicator zichtbaar, dan wordt een rijverbod opgelegd. Dit verbod beperkt de bestuurder tot het nemen van de kortste route tussen het keuringscentrum, een werkplaats en zijn woning. Dit is een logische en noodzakelijke maatregel, aangezien banden verantwoordelijk zijn voor de helft van de wegligging van een voertuig.
Lees verder onder de afbeelding …
Discussie over de snelheidsclassificatie
Een opvallende en controversiële nieuwe regel is de minimale snelheidsclassificatie voor banden. Die is nu vastgelegd op 160 kilometer per uur (klasse T), ongeacht de maximale snelheid van de auto. Dit betekent dat zelfs snellere voertuigen banden mogen hebben die niet geschikt zijn voor hun topsnelheid. Hoewel er een verplichte sticker op het dashboard komt om bestuurders te waarschuwen, roept deze maatregel veel vragen op over de veiligheid. Vooral bij wie bijvoorbeeld af en toe een bezoekje aan de Duitse Autobahn brengt.
Tot nu toe moest de snelheidsclassificatie overeenkomen met de vermelding op het conformiteitscertificaat van het voertuig. Het loslaten van deze eis kan niet alleen leiden tot risico’s voor bestuurders, maar ook voor andere weggebruikers. Deze maatregel lijkt bovendien in strijd met het streven naar meer verkeersveiligheid.
Een andere nieuwigheid in Vlaanderen is de invoering van een elektronische markering voor banden. Deze markering geeft aan of een band voldoet aan de Europese veiligheidsnormen en geldt voor voertuigen die na 1 januari 2004 voor het eerst werden ingeschreven. Hoewel dit een stap lijkt in de richting van meer controle en uniformiteit, contrasteert het met de soepelere eisen rond de snelheidsclassificaties. Dit roept vragen op over de werkelijke prioriteiten van deze aanpassingen.
En in Wallonië? Minder frequent en minder streng?
In Wallonië gaan de wijzigingen vanaf januari 2025 een andere kant op. Hier wordt de keuring minder frequent voor bestuurders die weinig kilometers afleggen. Voertuigen jonger dan 8 jaar en met minder dan 110.000 kilometer op de teller moeten voortaan slechts om de twee jaar gekeurd te worden. Voorheen betrof dit na zes jaar een jaarlijkse verplichting.
Hoewel dit de wachttijden aan de keuringscentra verlaagt, kan het ook betekenen dat potentiële gebreken langer onopgemerkt blijven. Ter vergelijking — in Vlaanderen geldt een grens van 8 jaar en 160.000 kilometer. Deze verschillen maken de situatie er voor automobilisten niet eenvoudiger op.
Regionale verschillen en Europese richtlijnen
De verschillen in regelgeving tussen Vlaanderen en Wallonië zorgen niet alleen voor verwarring, maar kunnen ook veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Voertuigen worden vaak over de regio- of landsgrenzen verkocht, wat inconsistenties in onderhoud en keuring kan veroorzaken.
Dit probleem wordt verder uitvergroot door de Europese richtlijn 2014/45, die uniforme regels voorschrijft. Zo moet een barst in de voorruit van meer dan tien centimeter binnen 15 dagen worden hersteld, maar in Wallonië leidt dit slechts tot een waarschuwing. Dit soort tegenstrijdigheden ondermijnt het vertrouwen in een coherente en effectieve aanpak van verkeersveiligheid.
Conclusie
De recente wijzigingen in de technische keuring laten zien hoe verschillend Vlaanderen en Wallonië met verkeersveiligheid en administratieve vereenvoudiging omgaan. Hoewel sommige maatregelen logisch zijn en bijdragen aan een veiliger wagenpark, roepen andere beslissingen vragen op over hun effectiviteit.
Regionale verschillen en tegenstrijdige regels maken het voor automobilisten moeilijk om te weten waar ze aan toe zijn. Een uniforme aanpak zou niet alleen de veiligheid verhogen, maar ook meer duidelijkheid scheppen voor iedereen op de weg …